Dag één.
Wij vertrokken op een donderdag in november 2009 vanaf Schiphol dat onder een stromende regen lag. Er werd gevlogen met Continental Airlines, de service was goed, ik had zelfs een “lange-benen stoel”, iets wat me in al die jaren nog nooit gelukt was. Toen we in het vliegtuig zaten, begreep ik ook waarom: het vliegtuig zat maar half vol en we hadden de plaatsen voor het uitkiezen.
We vlogen op de heenweg via Houston International Airport. De beveiliging was streng: vingerafdrukken en foto achterlaten en we mochten door. Na een uur of vier vlogen we door naar San José, Costa Rica. Toen we daar aankwamen regende het ook, dat beloofde niet veel goeds.
In San Jose werden we opgewacht door Monica, onze tourleidster voor deze reis en door onze buschauffeur. Monica komt oorspronkelijk van Curacao, heeft gestudeerd in Nederland en woont al 12 jaar in Costa Rica. We maakten kennis met de rest van ons reisgezelschap, 17 personen, gelukkig een niet te grote groep. Aangekomen in het hotel kregen we onze kamer toegewezen en de meesten vertrokken al snel naar hun kamer, vermoeid van de lange reis.
Dag twee, San José – La Fortuna
‘s-Morgens waren we alweer vroeg wakker, konden niet slapen (gevolg van het tijdsverschil). We zaten om 06.30 uur alweer aan het ontbijt en vertrokken met onze eigen bus richting La Fortuna. We rijden door een prachtig groen landschap. Onderweg passeren we koffie-plantages, papaya-plantages en velden met casave. Ook zien we veel grote zwarte gieren.
Na onderweg een heerlijke lunch te hebben genoten, komen we in de middag aan in ons hotel Lomas del Volcan. Het ligt aan de voet van de vulkaan Arenal met een weelderige tuin en ieder stel heeft zijn eigen bungalow.
Als we onze koffers hebben weggebracht gaan we in de namiddag naar de heetwaterbronnen Baldi. Deze bronnen worden gevoed door de Arenal vulkaan. Er bevinden zich daar meer dan 30 warme en koude baden en ze hebben allemaal een andere temperatuur. Na de vermoeiende vlieg- en busreis konden we hier heerlijk relaxen. Toen we genoeg hadden van het water, stond er voor ons een heerlijk buffet klaar.
Dag drie, La Fortuna
We waren alweer vroeg op, nog steeds last van het tijdsverschil. Het was helder weer en onze bungalow had zicht op de vulkaan. De Arenal is een nog steeds werkende vulkaan. Ik vroeg mij af of we buiten de lavastroom zouden zitten mocht het plots tot een uitbarsting komen.
Vandaag staat op het programma een boottocht over de rivier de Rio Frio, die gedeeltelijk de grens vormt met Nicaragua. De bustocht daar naar toe duurt ongeveer anderhalf uur. Onderweg zien we een open vrachtwagen vol met mannen die door de politie is staande gehouden. Monica (onze gids) vertelt dat het Nica’s zijn die hier illegaal willen werken en nu teruggestuurd worden.
Ook maken we een stop bij de ‘leguanen-brug’ waar talrijke leguanen in de bomen zitten en die je van vrij dichtbij goed kunt fotograferen.
De boot vertrekt vanuit het plaatsje Los Chiles en we maken een prachtige boottocht over de rivier en zien heel veel dieren, zoals leguanen, ibis, aalscholvers, diverse soorten reigers, brulapen, kaaimannen en luiaards. We genoten van een overweldigend mooie natuur en ‘s-middags van een simpele lunch op de boot, rijst met bonen (het nationale gerecht) met toebehoren.
Dag vier, La Fortuna – Rincón de la Vieja
We rijden door de provincie Guanacaste naar Rincón de la Vieja waar we twee nachten zullen verblijven op een echte hacienda, een groot landgoed met 300 paarden.Onderweg maken we een wandeling van bijna 2 uur door een tropisch park met 14 bruggen, waarvan enkele hangbruggen. Het was een prachtige wandeling. Tijdens de wandeling kwamen we nog apen tegen. Ik had ze niet gezien en toen ik er onder door liep werd ik prompt op mijn hoed gescheten. Eigen schuld, dikke bult. Moet je maar niet in hun persoonlijke ruimte komen . . .
Als we verder rijden met de bus, stoppen we onderweg langs de kant om daar neusbeertjes te bewonderen. Ze waren helemaal niet schuw. Vóór ons was een auto met Costa Ricanen gestopt die de diertjes aan het voeren waren uit een grote zak chips. Wat een verstand, bah! Monica vertelde dat in het wild levende dieren die gevoederd worden door mensen, een aanzienlijk korter leven genieten dan hun soortgenoten die niet gevoederd worden.
In de namiddag weer terug naar de hacienda waar we het diner gebruiken. Na het diner maken we een excursie door het reptielen verblijf op de hacienda. De verzorger van de dieren was een enthousiast verteller. Omdat ik geen gelegenheid had gehad om mijn camera mee te nemen, kwam hij mij de volgende dag halen om nogmaals een uitgebreide privé tour door het reptielen verblijf te maken. Indrukwekkend was zijn verhaal over de dieren en zijn uitleg.
Een auto met illegalen wordt staande gehouden door de politie Onze tourboot Schitterende natuur Neusbeertjes werden door passanten gevoerd met chips . . . . waar zit je verstand
Dag vijf, Rincón de la Vieja
De Buena Vista Lodge waar wij logeren is een hacienda waar vee gefokt wordt, maar die een deel van zijn aktiviteiten heeft verlegd naar eco-tourisme. De hacienda ligt ongeveer 30 km van de plaats Liberia en is ongeveer 800 hectare groot. Een gedeelte van 240 hectare wordt gebruikt voor het vee en de rest is oerwoud.
Vandaag maken we een excursie naar een spa waar we kunnen genieten van modderbaden en bronnen. Wij gaan daar te paard naar toe, de rest van ons gezelschap gaat lopen. We worden begeleid door een echte cowboy. Hij spreekt echter maar summier Engels zodat we in stilte genieten van de natuur. Onderweg stoppen we nog om naar een waterval te lopen.
De spa ligt in het tropische woud en heeft een stoombad, hete modder om je helemaal mee in te smeren en ook baden in verschillende temperaturen.
Na de lunch keren we weer te paard terug naar de hacienda. Er lopen een stuk of tien paarden los met ons mee terug naar de hacienda. Ze blijven keurig bij ons lopen.
Dag zes, Rincón de la Vieja – Nationale park Palo Verde
‘s-Morgens hebben we op de hacienda nog een canopy tour. Dat is wel spectaculair. Je wordt in een harnas gesnoerd en dan ga je van boom naar boom aan een dikke kabel. Remmen doe je met een dikke handschoen op de kabel. Onderweg hadden we ook nog een loopbruggetje en de boom waar we naar toe moesten zat vol met brulapen. Ik was nog niet aan de beurt om verder te ‘kabelen’ en dacht bij mezelf: ik wacht wel even. En ja hoor, één van de begeleiders die onze groep van kabel naar kabel hielp, werd bevuild door de brulapen. Maar het was zijn eigen schuld, even tevoren had hij met een metalen schakel veel lawaai op de metalen brug gemaakt om de brulapen tot brullen uit te dagen.
Rond elf uur ‘s-morgens vertrokken we weer met de bus naar onze volgende bestemming aan de golf van Nicoya. We logeren in een schitterende haciënda aan de kust. Onze lodges hebben uitzicht op zee. ‘s-Avonds zitten we op de veranda een rum-cola te drinken.
Dag zeven, Nationale park Palo Verde
Omdat onze lodges geen glas in de ramen hebben, maar slechts heel fijn gaas, worden we in de ochtend al zeer vroeg gewekt door allerlei dierengeluiden, o.a. brulapen en veel verschillende vogels. Het is heerlijk om zo wakker te worden en naar de geluiden te liggen luisteren.
Later in de ochtend maken we een lange boottocht over de rivier de Bebedero. Ook varen we door mangrovebossen. We zien hier heel veel vogels: ibis, fregatvogels, pelikanen, visarend en nog meer.
Daarna hebben we een aantal uren om te relaxen aan het zwembad en te lunchen. Er wordt een heerlijke lunch voor ons klaargemaakt.
In de middag maken we een tocht in de aanhanger van een tractor over het landgoed. We rijden door een spectaculair landschap. Ook rijden we langs zoutwinningsvelden. In het droge seizoen laat men deze velden vollopen met zeewater. Na een week is het verdampt en kan het zout gewonnen worden. Dit zout is niet voor menselijke consumptie maar wordt gebruikt door de boeren voor het vee. Het is een schitterend landgoed en op het hoogste punt hebben we een prachtig uitzicht.
‘s-Avonds na het diner neems Monica ons mee naar het grasveld om naar vogelspinnen te zoeken. Die zitten in kleine gaten in de grond en als je mazzel hebt, vind je er een. Ik heb er al gauw genoeg van en ga op een afstandje zitten kijken. Op een gegeven moment komt er toch iemand aanlopen met een vogelspin.
Dag acht, Palo Verde – Manuel Antonio
Om zeven uur ontbijten we en om acht uur zitten we in de bus op weg naar het nationale park Manuel Antonio. Onderweg stoppen we bij een brug om een koffiestop te maken. Op de oevers van de rivier waar de brug overheen gaat, kunnen we een flink aantal krokodillen zien. Er liggen een aantal gigantische exemplaren bij.
Even na de middag arriveren we in ons gezellige hotel, waar we twee onder één kap bungalows betrekken. Alle bungalows bevinden zich in een prachtige tropische tuin. Het hotel bevind zich halverwege het dorpje Quepos en het nationaal park Manuel Antonio. We kunnen beide kanten op met de bus die op regelmatige tijden vervoer biedt.
Als we onze koffers hebben weggebracht, pakken we onze spullen en gaan naar het strand in Manuel Antonio. Er is daar een gezellig strand met ligbedden en parasols. Tegen het einde van de middag krijgen we een tropische regenbui en begint het behoorlijk te onweren. Het onweer komt akelig dichtbij en we horen enkele gigantische klappen. Gelukkig zijn we naar een restaurant verkast en kijken we dat allemaal eens aan onder het genot van een drankje. Later besluiten we daar ook maar te eten omdat het nog steeds regent.
Ons reisgezelschap Stoere Monica gaat ondersteboven door het bos Strengbewaakte toegangspoort naar onze Lodge De bungalow waarin wij logeerden De ingang van het Nationaal Park met onze gids Deze luiaard doet zijn naam eer aan: hij ligt te luieren In de boom waar we onderdoor liepen had zich een regenboog boa verscholen, niemand had hem gezien . . . . . Bezoek aan een bananenplantage
Dag negen en tien, Manuel Antonio
Vandaag staat er een boottocht op het programma met snorkelen en lunch. We varen op een trimaran, ook met de bedoeling om dolfijnen te zien. Helaas heeft dat niet mogen gebeuren. Ook begint het weer te regenen en proberen we een beetje droog te blijven onder een zeil of een paraplu. Gelukkig is het niet koud en de verzorging is goed. Dat het niet zo zonnig was, vind ik nooit zo erg. Achteraf is iedereen toch enigszins gekleurd.
Als we met de bus weer op de terugweg zijn, stappen wij uit in Quepos om dat eens te verkennen. Yvonne en ik herkennen nog de restaurantjes van acht jaar geleden, wel leuk. Als ik in de supermarkt aan de kassa sta om onze inkopen af te rekenen, begint opeens alles te trillen en te rammelen. Ik kijk naar buiten omdat ik denk dat er een grote vrachtwaren voorbij dendert. Maar nee, we beleven een echte aardbeving. Ook zie ik een paar reclameborden flink heen en weer bewegen. Iedereen om mij heen houdt zich doodstil en vraagt zich af wat er gebeurt.
Later horen wij dat de aardbeving een kracht van 5,3 had en dat het epicentrum zich ongeveer 20 km van Quepos bevond. Ik vond het een vreemde gewaarwording. Het duurt even voordat je je realiseert wat er aan de hand is.
De volgende dag moeten we al vroeg opstaan. We ontbijten in Manuel Antonio met lekkernijen uit een klein bakkerswinkeltje. Daarna gaan we met een gids die Monica voor ons heeft geregeld een wandeltocht door het natuurpark doen. Het is verbazingwekkend wat deze gids allemaal ziet in de natuur. Natuurlijk heeft hij getrainde ogen, maar wij zouden er zo voorbij lopen. We zien luiaards, dooskop aapjes, slangen (een regenboog boa), vleermuizen, kikkers en ook een zeer giftige adder. De wandeling met uitleg van onze gids is echt schitterend.
Als de wandeling voorbij is, gaan we naar het strand waar we de rest van de dag doorbrengen. De namiddag brengen we weer door in het restaurant, we zitten lekker te lezen onder het genot van een drankje.
Dag elf, Manuel Antonio – San José
We mogen uitslapen. Onze bus vertrekt om 09.00 uur naar San José, een rit van ongeveer vier uur. Het is een prachtige rit door bergachtig gebied. Op sommige steile hellingen moet de airco van de bus uitgezet worden omdat hij al zijn vermogen nodig heeft om heuvelop te komen.
In San José gaan we ‘s-middags met de hele groep de stad in waarna we uitzwermen om op eigen gelegenheid verder te gaan. Voor het restaurant waar wij zitten te eten, wordt een bedelaar hardhandig door de uitsmijter van het restaurant verwijderd. Hij krijgt ruzie met een paar voorbijgangers die deze manier van doen geen stijl vinden. Als wij even later het restaurant verlaten, maak ik ook nog een opmerking tegen hem. Het schijnt hem niet te boeien.
Dag twaalf en dertien, San José – Tortuguero
We vertrekken ‘s-morgens alweer heel vroeg met de bus naar Tortuguero. We zullen later ontbijten bij een wegrestaurant. Onderweg stoppen we bij een Del Monte bananenplantage. We kwamen er achter dat het groeien van bananen gepaard gaat met een behoorlijke milieu verontreiniging. De bananen groeien in plastic zakken die van binnen behandeld waren met pesticiden. En veel van die blauwe zakken kwamen ook weer als zwerfvuil in het milieu terecht.
Het zien van deze bananenplantage deed me denken aan mijn vaartijd. Ik heb een reis mogen varen op een ‘bananen jager’ genaamd s/s Talamanca. Dit schip vervoerde bananen voor Chiquita.
Na het bezoek aan de bananenplantage rijden we met de bus verder naar het punt vanwaar we verder met de boot vervoerd zullen worden. Wij delen de boot met een groep Duitsers en de bagage gaat in een aparte ‘vrachtboot’. We varen ongeveer anderhalf uur voordat we bij de Turtle Beach Lodge aankomen. Ons logies ligt aan zee en we slapen weer in leuke huisjes in een mooie tropische tuin.
In het hoogseizoen leggen zeeschildpadden hier hun eieren in kuilen die ze op het strand graven. Helaas zijn wij hier buiten het legseizoen. Als we aankomen ligt er een kleine kaaiman van zo’n anderhalve meter in het water. Hij ligt zo doodstil dat iedereen denkt dat hij van plastic is, totdat hij na een tijdje beweegt. Het blijkt het de huis kaaiman Charlie te zijn die door het personeel wordt gevoerd. Een behoorlijk dikke Amerikaan valt later in het water en kan er niet meer uitkomen. Hangend aan een boot roept hij om hulp en wordt door Dirk uit ons gezelschap uit het water gehaald. De Amerikaan blijkt niet te kunnen zwemmen. In denk dat hij hem behoorlijk heeft zitten knijpen dat Charlie hem in zijn kont zou bijten . . .
De volgende ochtend vroeg ontbijt en om half negen weer in de boot om een lange boottocht te maken. We gaan dieren spotten. Met
behulp van de getrainde ogen van gids Monica en de bootbestuurder zien wij schildpadden, slingerapen, brulapen, capucijnerapen, kaaimannen en veel verschillende vogels.
Dit watergebied is ontzettend groot. Als je hier woont en naar het ziekenhuis moet, moet je eerst anderhalf uur varen en dan nog een uur in de auto. Het is maar te hopen dat je hier geen acute hulp nodig hebt.
Binnen in de blauwe zakken zitten chemicaliën om ongedierte en ziektes tegen te gaan . . . Lopende band werk op de bananenplantage In deze boot werd onze bagage vervoerd: er werd voortdurend gehoosd . . . We komen aan bij onze accomodatie, Turtle Beach Lodge
Dag veertien en vijftien, Tortuguero – Cahuita
Vandaag vertrekken we al weer naar Cahuita. We worden eerst met de boot vervoerd naar de havenplaats Puerto Limon. Tijdens mijn zeereizen op de bananenboot s/s Talamanca gingen wij hier regelmatig Chiquita bananen laden voor vervoer naar de Verenigde Staten.
Het is ongeveer vier uur varen naar Limon en aan het begin van de ochtend regent het. Als het droog is, kunnen de flappen omhoog en kunnen wij genieten van de schitterende natuur. Als we bijzondere vogels zien, stopt de boot of gaat heel langzaam varen. We zien krokodillen, steltlopers, roze lepelaar, slangenek reiger, blauwe reiger, toekans en schildpadden.
Als we in Cahuita aankomen, worden we ondergebracht in comfortabele kamers. In de namiddag lopen we naar het ‘centrum’ van Cahuita. Dit is een heel ander Costa Rica dan we tot nu toe hebben gezien. Het is een klein dorpje. Je ziet veel mensen met een zeer donkere huidskleur en het gebruik van drugs wordt hier gedoogd. We zitten gezellig in een open bar een biertje te drinken en mensen te kijken.
De volgende dag gaan we op excursie naar de Bribri indianen. Deze indianen wonen in een reservaat dat nog uit 40.000 bewoners bestaat. Volgens onze indiaanse gids, een vriending van Monica, is de grootte van het reservaat vijftien dagen lopen. Door de opkomst van de bananenplantages zijn ze van hun grondgebied verdreven.
Met de gids wandelen we door de tuin (het bos) en zij laat ons veel planten ruiken of proeven en vertelt waar het voor wordt gebruikt. Ze demonstreert hoe ze binnen een paar minuten touw maakt van een groot blad. Op een plank schraapt ze met een mes het groene oppervlak van het blad af. Daaronder zie je de vezels en die draait ze op haar been in elkaar tot een stuk touw.
Onvoorstelbaar, bijna iedere plant wordt wel ergens voor gebruikt. Deze mensen zijn één met de natuur, gebruiken wat ze nodig hebben en laten de rest ongemoeid.
Daarna moeten we ons respect tonen aan de dorpsoudste en toestemming vragen om het dorp te mogen bezoeken. De man is 109 jaar oud en heeft zelfs nog een paar tanden. Speciaal voor de groep pakt hij een trommel en begint te spelen en te zingen. Het huis is een grote open ruimte zonder wanden, alleen een groot overhangend dak op palen, gemaakt van palmbladeren.
Een hoek is afgescheiden en dat is de keuken. Het fornuis is een metalen plaat met zand erop, daar brandt een houtvuur en er hangt een waterketel boven. Ook staat er een pan op het vuur met iets dat op linzen lijkt en een vleesprutje in water.
‘s-Avonds hebben we met de hele groep een BBQ, het is tevens ons afscheid van de groep. Morgen gaat de groep terug naar San José en vliegt vandaar naar huis. Wij gaan nog verder naar Panama, naar het eiland Bocas del Torro om daar van een strandvakantie te genieten.
Op haar been draait ze vezels tot een touw Het stamhoofd, 109 jaar oud werd er verteld
DagdromenHet ‘huis’ waarin de familie woont, voor óns onvoorstelbaar