September 2014. Rondreis Kleine Sunda eilanden, Indonesië.
Op 1 september vertrekken Coos, Yvonne & Michael voor een rondreis over het eiland Flores, gevolgd door een bootreis naar de Komodo eilanden en tot besluit een aantal dagen strandrelaxen op Lombok. We vliegen met een Airbus 380 van Emirates via Dubai naar Jakarta. Daar nemen we nog een vlucht naar Den Pasar waar we overnachten. De volgende dag vliegen we naar Maumere waar onze rondreis begint.
Om bij te komen van de reis en te acclimatiseren hebben we eerst een vrije dag in Sea World Club aan het strand in Maumere. Hier hebben we twee huisjes met veranda aan het strand, het uitzicht is schitterend. Onze eerste avond brengen we door met een biertje bij de strandbar waar we ook lekker eten. De volgende dag hebben we een luie stranddag. Onze gids voor de rondreis Cons komt al kennismaken en ons over de reis vertellen.
Vrijdag. Maumere – Moni.
Onze gids en chauffeur komen ons vroeg ophalen voor het begin van de rondreis. Vandaag zullen wij met tussenstops naar Moni rijden. Om te beginnen bezoeken we eerst nog een museum en een lokale markt in Maumere. Verder op de rit vinden we het dorpje Sikka waar we een ikat weverij en een oude Portugese kerk bezoeken. We gaan lunchen in een restaurantje aan het strand in Paga en genieten ook enige tijd van het strand. In Moni overnachten we in Kelimuto Eco Lodge, een leuk hotel met uitzicht over rijstterrassen en bergen.
Zaterdag. Moni – Kelimutu – Riung.
We moeten erg vroeg op, om 04:00 uur vertrekken we om te genieten van de zonsopgang bij de 3-kleuren meren van Kelimutu. We moeten een 1-1/2 uur durende wandeling ondernemen om bij de meren te komen. Kelimutu is een vulkaan die bestaat uit drie kraters die gevuld zijn met water. Het water wordt gekleurd door de stoffen in het water en de meren hebben in de afgelopen jaren verschillende kleuren gehad. We zien prachtige uitzichten. Als je wilt fotograferen, moet je extra betalen. Omdat het op hoogte ligt is het best wel koel, de lokalen liepen te rillen in hun tuig maar ik vond de temperatuur heerlijk. Onderweg genoten we nog van een heerlijke fruitjuice en kochten zongerijpte mandarijnen. Heerlijk. Er gaat niets boven zongerijpt tropisch fruit.
In Riung overnachten we in hotel Pondok SVD.
De volgende dag, zondag, gaat ons gezelschap met een eigen bootje de verschillende onbewoonde eilanden voor de kust van Riung bezoeken. De dag wordt gevuld met snorkelen, zwemmen en een BBQ op het strand van één van de eilanden. De wateren rond die eilanden zijn mooi om te snorkelen.
Weer terug bij het hotel zien we dat er een markt opgebouwd wordt. We horen dat er de volgende dag markt is. De markt kooplui bouwen al de dag tevoren de kraampjes op en slapen bij hun kraampjes met handelswaar. Sommige moeders overnachten er met hun baby.
Flores is over het algemeen een Christelijk eiland. Maar in Riung leven ook veel moslims. Ook vestigen zich er veel mosloms uit Arabische landen. Ik vraag me af waarom dat is. In gesprekken met onze gids horen we dat de moslims en hun moskeeën tijdens de Ramadan beschermt worden door Christenen. En tijdens de Kerstviering worden de Christenen en hun kerken beschermd door moslims. Tolerantie is het belangrijkste goed van de eiland bewoners.
Heerlijke temperatuur voor ons, maar de Indo’s hadden het steenkoud
Maandag. Riung – Bajawa
Na het ontbijt bezoeken we eerst de markt die gisteren werd opgebouwd. We zijn de enige Westerlingen die op de markt rondlopen en worden veel bekeken en nagekeken. Daarna hebben we enig oponthoud want ons busje wil niet starten.
Nadat dat is opgelost, vertrekken we voor een bezoek aan de heetwater bronnen in Soa. We besluiten niet het water in te gaan. Om daar te komen moet je over rotsblokken klauteren die groen zien van de algen en dus spekglad zijn. We hebben geen zin in gebroken benen deze vakantie.
Rond 4 uur komen we aan in Bajawa waar we logeren in hotel Happy Happy met een Nederlandse eigenaar.
Dinsdag rijden we eerst naar het dorpje Bena om traditionele huizen te bezoeken. Daarna doen we een trekking langs verschillende dorpen. We moeten goed uitkijken waar we lopen omdat je snel wegglijd door losse steentjes. De dorpjes zijn leuk om te bezoeken, overal liggen dingen te drogen in de zon, zoals cacao, koffiebonen, kemirienoten, kruidnagel, kokos. Veel vrouwen zijn aan het weven, sjaals, tafellopers, sarongs.
Nadat we de meegenomen lunch boxen hebben genuttigd, brengen we een bezoek aan de Mala Hagi heetwater bronnen. Het is daar heerlijk. Er komen twee stromen samen, één bloedheet en de ander ijskoud. Heel vreemd, maar de combinatie is heerlijk.
Woensdag. Bajawa – Belaragi
Vandaag gaan we op weg naar het traditionele dorp Belaragi waar we zullen overnachten bij één van de families. Maar eerst gaan we een aantal uren naar het strand, waar we heerlijk in de schaduw van de palmbomen hebben zitten lezen (en dutten af en toe). Ook genieten we van de lunchbox die we onderweg hebben gekocht. Als we onderweg zijn naar het dorp, krijgt ons busje een lekke band. Terwijl de chauffeur het wiel wisselt, eten wij van overheerlijke verse (zongerijpte) ananas.
Het laatste stuk naar Belaragi moeten we lopen, zo’n 1-1/2 uur, heuvel op. We krijgen een vrouwelijke lokale gids mee die ons naar het dorp brengt. En haar broer fungeert als drager, hij loopt op zijn slippertjes en draagt al onze rugtassen waar ook alles voor de overnachting in zit. Het dorp is onbereikbaar voor auto’s, je komt er lopend of met de brommer. Als we bijna in het dorp zijn, loopt de broer vooruit. Op een gegeven moment vallen er kokosnoten uit een boom, we kijken omhoog en daar zit de broer, hoog in de palmboom. Weer beneden slaat hij met zijn kapmes de kokosnoten open zodat we de heerlijke kokosmelk kunnen drinken. Hij heeft er nog extra om mee te nemen naar het dorp. Van die noten die mee moeten snijdt hij wat vezels los en bind dan de kokosnoten bij elkaar. Verbijsterend is het gemaak waarmee hij dat doet.
In het dorp worden we verwelkomd door een klein mager vrouwtje, ze is 68 jaar maar lijkt wel 90. Het blijkt de moeder van Rennie, onze gids. Er wordt koffie en thee gezet en we krijgen ook pisang goreng. Ook doen we een rondje door het dorp, indrukwekkend hoe primitief de mensen hier nog leven: geen electra of stromend water. Kaarslicht of een olielamp. De huizen staan op palen, gemaakt van hout, bamboe en een dak van palmbladen.
Er zijn twee ruimtes zonder ramen, alleen door de deur komt licht naar binnen. In de ruimte bij de deur slapen we, chauffeur, gids en wij met drieën, op de vloer met een dun matje.
‘s-Avonds krijgen we een welkom ceremonie in de andere ruimte waar ook de stookplaats is. Een kip wordt geslacht en het bloed wordt opgevangen. Als de kip leeggebloed is, wordt met het bloed een vingerafdruk gezet op de houtsnijwerken die de voorouders symboliseren. Ook wij krijgen een vingerafdruk met bloed in onze handpalm gedrukt. Daarna gaat de kip met veren en al boven het vuur totdat alle veren er af gebrand zijn. Dan wordt de kip in stukken gesneden en gaat in de pan voor de soep. Geraspte kokos, groenten en kruiden worden toegevoegd.
Uiteindelijk zitten we met 12 mensen in een kleine ruimte te eten. Rijst in gevlochte manden, kip, vis, groenten, chili en een glaasje soep. Uit het mandje eet je alles met je handen. Daarna komt de arak, zelfgestookt. Toilet en mandibak zijn buiten, je moet eerst voorbij 2 hokken waarin de varkens zitten. Om tien uur gaat iedereen slapen.
Donderdag. Om 5 uur horen we dat het vuur alweer opgestookt wordt. Even later staan we op en krijgen we ontbijt in de voorkamer waar we geslapen hebben, rijst, ei en groenten. Koffie of thee met pisang goreng toe.
Daarna worden we in traditionele kleding gehesen voor de foto’s. Om half negen nemen we afscheid van de hartelijke familie en het dorpje en lopen weer dezelfde weg terug naar ons busje. Ditmaal heuvel af, een stuk makkelijker.
Eenmaal onderweg bezoeken we nog een bedrijfje dat aran produceert van een bepaalde palmboom. We krijgen allen een glas aangeboden maar durven maar een slokje te nemen uit angs dat het vermengd is met ethanol, puur gif.
Aangekomen in Ruteng, overnachten we bij de nonnen die een guesthouse hebben. ‘s-Avonds bezoeken we nog een tradioneel dorp. De kinderen zijn hier zeer opdringerig, vies en onverzorgd. Dit hebben we nog niet eerder gezien. Daarna even over de pasar lopen en een biertje drinken. Voor negen uur moeten we terug zijn bij de nonnen, dan gaat het hek dicht.
Vrijdag. De nonnen runnen een groot internaat en daarnaast bieden ze onderdag aan hotelgasten. Het is er schoon, netjes en sober. We gaan eerst voor een wandelijk van 2 uur met ontzettend mooie vergezichten. Rijstvelden waar je maar kijkt.
Daarna volgt een wandeling naar de ‘spiderweb’ rijstvelden in Cancar. Vervolgens een 5 uur durende autorit naar Labuan Bajo. De wegen zijn verschrikkelijk slecht en we hebben weer een lekke band. Tijdens de bandenwissel zitten Coos en Yvonne bij een familie in de schaduw op het terras. Yvonne maakt foto’s en dat is een groot succes.
Aangekomen in Labuan Bajo nemen we afscheid van onze gids en chauffeur. Morgen rijden ze terug naar Maumere, ze zijn twee dagen onderweg voordat ze thuis zijn. In Labuan Bajo verblijven we in een prachtig hotel, Puri Sari Beach hotel, de badkamer is gigantisch. De hotel shuttle brengt ons naar het centrum waar we een biertje dronken en heerlijk hebben gegeten.