Ga naar de inhoud

Home

Toch? We zijn allebei gek op reizen. Vandaar dat wij, Michael en Lex Meeuwesen (†) plannen hebben gemaakt om onze foto’s op een website te zetten en er de nodige verhalen en verhaaltjes bij te zetten. Op deze manier laten we de naaste familie, vrienden en kennissen zien wat we buiten Nederland beleven. Waarom op deze manier? Ik heb daarvoor een goede reden. Het gaat vervelen als je elke keer dezelfde verhalen vertelt en je daarbij steeds weer naar jezelf moet luisteren. Toch?

Waar het eindigt? Wie weet, we gaan gewoon beginnen. U mag reageren, kritiseren en u mag ook gewoon meedoen. We zien wel, uw op- en aanmerkingen kunt u kwijt in het gastenboek.

Als we in Indonesië zijn, hebben we onze thuisbasis in Bejalen, een kleine desa op 75 kilometer boven Yogyakarta. Een idyllisch dorpje met een anderhalf duizend inwoners. Kukuh Rahardjo, onze Indonesische steun en toeverlaat, heeft op ons verzoek een extra kamer met eigen badkamer en toilet aan zijn huis gebouwd. We hebben zicht op het meer, het Rawa Pening. Elke morgen -als ik daar ben- word ik wakker om halfzes en kijk naar de opkomende zon boven de nevels aan de overkant van het meer. Ik kan er niet genoeg van krijgen.

Maar we komen regelmatig in Yogyakarta en Klaten, dertig kilometer ten oosten van Yogya. Dat was destijds de thuisbasis van zuster Antonie Ardatin. Een jaar of tien geleden zon ik (Lex) op mogelijkheden om op zo goedkoop mogelijke manier de dorpsschool in Bejalen te helpen. Er was geen elektriciteit in de school, het water kwam uit een put, in de toiletten groeide mos en ik had het idee, dat de schoolbanken uit mijn tijd er nog stonden. Armoe troef dus. Ik had ooit slechte ervaringen met kleverige vingers in het dorp achter de rug. Kukuh kwam aan met zuster Antonie. Zij heeft ervoor gezorgd, dat de eerste hulp aan de school voor een derde van de opgegeven prijs tot stand kwam. Inmiddels is deze relatie zo hecht, dat we weten, dat we langzaam doch regelmatig ontlast worden van ons aards slijk. Moet kunnen als het op een nette manier gaat. Toch?

Als we op bezoek zijn bij zuster Antonie, leidt ze ons altijd rond in haar eigen vervoermiddel met chauffeur. Onderweg zien we dan de prachtigste landschappen. Enkele jaren geleden vertelde ik haar, dat ik erken, dat God de aarde geschapen heeft. Maar ik zei erbij, dat ik denk, dat de Indische boeren het prachtige landschap met al z’n terrassen hebben gemaakt. Dat had ik niet moeten zeggen. Ze draaide zich om in de auto, ze zit altijd voorin. “Blasfemie”, liet ze luid en duidelijk weten. Maar ik vind nog steeds, dat een klein compliment aan het adres van de veelal straatarme boeren moet kunnen, toch? Toch!